Ga naar hoofdinhoud

Start een werkgroep met duidelijke afspraken

In het ontwikkelingsproces naar meer diversiteit zal er doorheen de verschillende fasen een drijvende kracht moeten zijn. Het is aan te raden om een centrale contactpersoon aan te duiden. Soms wordt naar deze persoon gerefereerd als de diversiteitsverantwoordelijke of -manager die constant in wisselwerking staat met een bredere structuur die het proces aanstuurt. Dat kan een Werkgroep, een Taskforce of comité zijn met een groep van betrokken personen die tijdens de uitwerking van een diversiteitsbeleid een centrale rol zullen spelen.

» Samenstelling van de dragende structuur
» Statuut en mandaat
» Middelen
» Rollen en opdrachten

1. Bepaal de samenstelling van de werkgroep

Wellicht zijn er nogal wat interne betrokkenen die je zou kunnen samenbrengen in je werkgroep. Maar om goed te functioneren mag een werkgroep niet te groot zijn. Mik daarom op zo’n 12 (maximaal 15) leden. Dat zou werkbaar moeten zijn. Consulteer daarnaast regelmatig de betrokkenen die niet in de werkgroep zitten.

Zorg er ook voor dat de werkgroep representatief is samengesteld. Maak een dwarsdoorsnede van je onderneming en laat je werkgroep daar een afspiegeling van zijn. Denk aan een aantal parameters die de reeds aanwezige diversiteit in rekening kunnen nemen : geslacht, aard van de functie (uitvoerend – leidinggevend),  plaats in de hiërarchie, vertegenwoordiging (werkgever – werknemers), origine, handicap, …

Dit maakt wellicht duidelijk dat een werkgroep niet hetzelfde is als een groep geëngageerde personeelsleden die per definitie “pro-diversiteit” zijn. Zorg dus voor uiteenlopende visies en meningen in de samenstelling van de groep.

2. Definieer het statuut en het mandaat van de groep

Bepaal vooraf wat het statuut van de werkgroep is en definieer heel duidelijk het mandaat van de groep. Kan de werkgroep enkel suggesties doen? Of kan de groep ook adviezen formuleren of zelf beslissingen nemen? Het is aangewezen om het statuut en het mandaat expliciet en concreet uit te schrijven en te laten valideren. Dat komt de duidelijkheid op elk moment van het proces ten goede.

3. Breng in kaart welke middelen de groep ter beschikking heeft

Definieer welke middelen de werkgroep ter beschikking krijgt. Is er bijvoorbeeld een budget voorzien voor bepaalde werkzaamheden (een studiereis, aankoop inspirerend boek, een opleiding of vorming, ondersteunende materialen,,…)? En voor hoeveel uur per maand worden de groepsleden precies vrijgesteld op hun werktijd? Zijn er nog andere ressources waar de groep op kan steunen?  Kan de werkgroep bijvoorbeeld beroep doen op een Dienst Communicatie voor interne berichtgeving?)

4. Omschrijf duidelijk de verwachtingen van de groepsleden

Zorg er voor dat de rollen en opdrachten van de groepsleden duidelijk omschreven zijn. Zorg er ook voor dat de werkmodaliteiten duidelijk gedefinieerd zijn : wie brengt de groep samen en op welke manier? wie zit de vergadering(en) voor? wie zorgt voor het verslag en hoe wordt het opgesteld … ? Spreek duidelijk af welke leden van de werkgroep de volgende meeting voorbereiden. Bepaal dat o.a. in functie van de geplande agendapunten.

» Terug naar: Organiseer je werk. 

 

Je bent hier:

analyseer waar je staat  Analyseer waar je staat en ga van start


Keer terug naar:

keer terug naar het overzicht  Diversiteitsbeleid uitwerken