De term 'boerka' verwijst naar een kledingstuk dat uit één of twee stukken bestaat en dat het volledige lichaam inclusief het gelaat bedekt, zodat alleen de ogen van een vrouw zichtbaar blijven. Vaak worden de ogen nog verhuld achter een roostervormig stuk stof waardoor de vrouw kan kijken zonder gezien te worden ('volledige boerka' of 'Afghaanse boerka') of achter een fijn gaas ('nikab' of gezichtssluier).
De 'boerka' is verboden door de wet van 1 juni 2011 tot instelling van een verbod op het dragen van kleding die het gezicht volledig of grotendeels verbergt (BS 13/07/2011). Is zo’n verbod op gezichtsbedekkende kledij in strijd is met de mensenrechten? Deze vraag werd bestudeerd door het Grondwettelijk Hof, het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en het mensenrechtencomité van de VN. Hun conclusies spreken elkaar tegen.
Volgens het Grondwettelijk Hof en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is het Belgische verbod niet in strijd met de mensenrechten. Dat oordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de zaken Belcacimi & Ouassar tegen België, Dakir tegen België en SAS tegen Frankrijk. Het Europees Hof zegt dat een algemeen verbod op gezichtsbedekkende kledij ingegeven wordt door een bezorgdheid om ‘het samenleven’ mogelijk te maken. Zonder minimale garanties om het samenleven door sociale communicatie en menselijke relaties mogelijk te maken, komen volgens het Hof de ‘rechten en vrijheden van de anderen’ in gevaar. Daarom is het verbod noodzakelijk in een democratische samenleving.
Volgens het Grondwettelijk Hof:
Andere relevante beslissingen:
Het mensenrechtencomité van de VN oordeelde dat het verbod disproportioneel is, omdat het vergaande gevolgen heeft voor vrouwen die zo'n kledingstuk omwille van religieuze redenen dragen.
Je kunt het schema van de module Wet downloaden en verspreiden. De pdf is toegankelijk voor screenreaders.
Klik hier voor een geschreven uitleg bij het schema.