Dit beeld geeft een overzicht van de verschillen tussen burgerlijk recht en strafrecht. Onder deze prent vind je de informatie ook in tekst.
In tekst:
Burgerlijk recht | Strafrecht |
Wie? |
|
Waarom? | Laakbare acties of zogenaamde 'strafbare feiten' bestraffen: overtredingen/delicten/misdrijven |
| Welke rechtbanken telt het strafrecht? Correctionele rechtbank (wanbedrijven) |
Zowel in het burgerlijk recht als in het strafrecht kan men naar het Hof van cassatie. | |
Schadevergoeding aan de tegenpartij | Welke sancties spreekt het strafrecht uit? Boete te betalen aan de staat |
1) Burgerlijk recht: geschillen tussen particulieren oplossen
Het burgerlijk recht houdt zich bezig met het oplossen van geschillen tussen particulieren. Om zaken zo goed mogelijk te behandelen, heeft deze tak van het privaat recht zich sterk gespecialiseerd en opgesplitst in onder meer het familierecht (huwelijk, echtscheiding), contractrecht (verkoop, verhuur), erfrecht (regels in verband met erfenissen) enz.
Het uitgangspunt is dat relaties tussen personen bewust of onbewust aanleiding geven tot wederzijdse verplichtingen. De verkoop van een brood bijvoorbeeld veronderstelt dat de klant de prijs betaalt en dat de bakker hem/haar daadwerkelijk het product overhandigt.
Wanneer de partijen het niet met elkaar eens worden of wanneer een van hen zich benadeeld voelt, kan de burgerlijke rechter tussenbeide komen om het conflict op te lossen.
De persoon die het initiatief neemt om een rechtszaak aan te spannen, wordt de 'eiser' genoemd en de andere persoon de 'verweerder'. Voor het gerecht zijn ze allebei gelijk.
De rechter oordeelt wie volgens het recht gelijk en ongelijk heeft, maar spreekt geen straf uit. De persoon die in het ongelijk wordt gesteld, kan worden veroordeeld tot het herstellen van de (lichamelijke, materiële of morele) schade die hij/zij de andere berokkend heeft door een schadevergoeding te betalen of door een verplichting na te komen waartoe hij/zij zich heeft verbonden (zoals het uitvoeren van een levering of het terugbetalen van een schuld).
2) Strafrecht: gedrag bestraffen dat nadelig is voor de maatschappij
Het strafrecht wil de openbare orde handhaven en de veiligheid van personen en goederen garanderen. De achterliggende gedachte is dat een maatschappij maar kan functioneren wanneer bepaalde regels en waarden in acht worden genomen.
Het strafrecht is een repressief recht dat laakbare acties – in het juridisch jargon 'strafbare feiten' – wil bestraffen.
Naargelang de ernst van de feiten wordt een onderscheid gemaakt tussen drie categorieën strafbare feiten:
De rechtszaak is een confrontatie tussen de beschuldigde en de maatschappij (vertegenwoordigd door het Openbaar Ministerie of het parket) en niet tussen de beschuldigde en het slachtoffer.
In een strafzaak kan het slachtoffer wel tussenkomen om de strafvordering tegen de vermoedelijke dader in te stellen wanneer het Openbaar Ministerie dit zelf niet heeft gedaan. Het slachtoffer dient hiervoor klacht in bij de politie.
De rechter moet nagaan of de persoon de feiten, die hem ten laste worden gelegd, daadwerkelijk heeft begaan en naargelang de omstandigheden en de persoonlijkheid van de beschuldigde een straf bepalen.
In het strafrecht gelden boetes en de gevangenis als belangrijkste straffen; bij wanbedrijven is er sprake van 'opsluiting' en bij misdrijven van 'gevangenisstraf'.
In bepaalde gevallen kan zowel een burgerlijke als een strafrechtelijke vervolging worden ingesteld. Een slachtoffer van een diefstal met geweld kan zich bijvoorbeeld burgerlijke partij stellen: in dat geval maakt het slachtoffer deel uit van de strafzaak (krijgt informatie en kan worden gehoord, bekomt de veroordeling van zijn/haar aanvaller) en kan hij/zij een burgerlijke rechtszaak aanspannen om een schadevergoeding te bekomen (voor de gestolen goederen en de verwondingen). In dat geval moet het strafvonnis vóór het burgerlijk vonnis worden uitgesproken.
Discriminatie is vaak moeilijk te bewijzen. De wetgever heeft daarom een systeem van verdeling van de bewijslast op burgerrechtelijk vlak ingevoerd.
Dit systeem werkt in twee stappen:
De wet geeft een aantal voorbeelden waarbij de rechter de bewijslast kan verschuiven naar de verweerder (vergelijking met een referentiepersoon, statistieken, enz.).
Naast discriminatie (een ongunstige behandeling omwille van een beschermd kenmerk) en (online) haatboodschappen (het aanzetten van anderen tot haat, geweld en discriminatie), zijn ook haatmisdrijven of haatdelicten door de antidiscriminatiewetten verboden.
Haatmisdrijven zijn feiten die strafbaar zijn volgens het Strafwetboek. Het gaat om haatmisdrijven wanneer ze worden gepleegd uit vijandigheid, haat of misprijzen tegenover het slachtoffer omwille van een door de wet beschermd criterium. We spreken dan van een 'verwerpelijk motief' en dit is een verzwarende omstandigheid. Dat wilt zeggen dat in de wet de mogelijkheid (en soms de verplichting) is voorzien om deze daders zwaarder te bestraffen.
Het Strafwetboek voorziet voor de volgende misdrijven een (mogelijke) strafverzwaring:
Uit studies blijkt dat de schade berokkend aan een slachtoffer van een misdrijf met een verwerpelijke reden een zware psychologische impact op hem of haar heeft. Het slachtoffer is immers niet louter slachtoffer omdat hij of zij zich op het verkeerde moment op de verkeerde plaats bevond of omdat hij of zij in conflict kwam met de dader van het misdrijf: hij of zij is door de dader uitgekozen omwille van een eigenschap, die deel uitmaakt van zijn of haar identiteit. Het verwerpelijke misdrijf tast bijgevolg niet alleen de fysieke integriteit van het slachtoffer aan, maar vormt tevens een aanslag op de eigen identiteit en op die van de doelgroep met hetzelfde kenmerk.
💡 Lees het rapport 'Making hate crime visible in the European Union: acknowledging victims’ rights'
💡 Raadpleeg de website van Unia, onder meer voor bijkomende informatie over:
Je kunt het schema van de module Wet downloaden en verspreiden. De pdf is toegankelijk voor screenreaders.
Klik hier voor een geschreven uitleg bij het schema.